Hoe financiële vrijheid de wereld vanzelf beter maakt.

Sommigen associëren financiële rijkdom, bewust of onbewust, met egoïsme, belastingparadijzen en rijke bankiers die op de kap van hun klanten rijk werden in de financiële crisis. Dat financiële vrijheid en deze blog over veel meer gaat dan geld alleen, willen sommigen dan zelfs al niet meer horen. Ik zou twee dingen kunnen doen:

  1. De gemakkelijke manier: mijn fantastisch leven op weg naar financiële vrijheid verder zetten en vanop afstand aanschouwen hoe iedereen maar geld, tijd en energie blijft verspillen.
  2. De boeiende manier: mijn fantastisch leven op weg naar financiële vrijheid verder zetten, en voor al wie het wil horen vertellen waarom financiële vrijheid zo fantastisch is, niet enkel voor jezelf, maar voor de hele wereld.

Ik heb gekozen voor dat laatste.

Dat leven in financiële vrijheid voordelig is voor het individu, gaat er bij iedereen vrij makkelijk in. Maar hoe kan dat nu ook het leven van de mensen rond je en bij uitbreiding de hele samenleving vooruit helpen? Laat ons daarom de inzet wat verhogen: hoe zou onze samenleving er uit zien als iedereen naar financiële vrijheid streeft?

Wat je misschien zou verwachten.

Het eerste dat in je opkomt is misschien het volgende: “Amai, wat een ramp zou dat zijn! Als iedereen enkel nog geld zou spenderen aan wat hun leven beter maakt, zouden de uitgaven drastisch dalen, en daarmee dus ook de inkomsten van de bedrijven. Jobs verdwijnen, de waarde van de aandelen in het indexfonds gaan onderuit. De economie valt stil, armoede tiert welig, de totale chaos en een nieuwe wereldoorlog zijn nu onvermijdelijk!

Heel wat economen zouden het met bovenstaande horrorscenario zelfs grotendeels eens zijn. “Geld moet rollen” en “consumenten zijn de motor van de economie”, zijn enkele gekende beweringen die volledig haaks staan op de idee dat je je uitgaven moet beperken tot die producten en diensten die je leven echt beter maken.

Wie heeft nu gelijk? De Sjansaar, of de verdedigers van de consumptiemaatschappij?

Wat het ergste is dat kan gebeuren.

Wanneer iedereen zou stoppen met geld te verspillen aan een hele reeks producten en diensten die het leven niet beter maken, zou dat inderdaad een enorme impact hebben op een groot aantal bedrijven, werknemers en gezinnen.

En het is juist, als iedereen vandaag zegt: “het is nu eindelijk genoeg geweest met geld te verspillen!”, dan is er een grote kans dat we te maken krijgen met een enorme recessie. De werkloosheid neemt toe, de aandelenmarkten stuiken in elkaar. Op korte termijn betekent dat voor een aantal mensen grote miserie. Maar op lange termijn hoeft dat geen drama te zijn. In essentie is een recessie niet meer dan een immense shock die mensen en bedrijven dwingt om middelen efficiënter in te zetten. En laat ons eerlijk zijn: zelfs in onze consumptiemaatschappij loert een recessie of economische crisis altijd om de hoek.

Wat er waarschijnlijk zal gebeuren.

De kans is veel groter dat die veranderingen in gedrag en gewoontes heel geleidelijk aan gebeuren. Op die manier krijgt het hele systeem, en de mensen die er deel van uitmaken, tijd om zich aan te passen. Heel simpel voorgesteld, is dit hoe een overgang naar een financieel vrije wereld er uit zou zien:

Minder consumptie <-> minder productie <-> minder winsten <-> minder inkomen

Let op de pijlen in beide richtingen. Elk element beïnvloedt elkaar. Dat lijkt allemaal nogal negatief, want alles wordt minder. Moeten we dan niet streven naar meer en beter? In een maatschappij waar iedereen er alles aan doet om de consumptie op peil te houden, lijkt dat inderdaad de enige uitweg…

Maar in een wereld waarin iedereen vrijwillig financiële vrijheid nastreeft, zijn minder consumptie, minder productie, minder winsten en een lager inkomen simpelweg geen probleem! Wat maakt het uit dat alle producten die je niet echt wil kopen, ook niet meer kan kopen, en uiteindelijk niet meer geproduceerd worden?

En dat is nog maar het begin…

Even grof gerekend kan je, als je naar financiële vrijheid streeft, een gemiddelde loopbaan van veertig jaar op z’n minst inkorten tot één van twintig jaar (als je dat zou willen). Er komt dan dus twintig jaar vrij om te doen wat jij belangrijk vindt. Meer tijd spenderen met de mensen die jou nauw aan het hart liggen, werk doen dat jij oprecht belangrijk vind, je inzetten voor de gemeenschap, gezonder kunnen leven (minder stress, meer beweging, gezondere voeding,…) zijn maar enkele van de mogelijke fantastische bijwerkingen (die de samenleving tegelijk ontzettend veel geld besparen!)

Naar financiële vrijheid streven betekent dus dat je er persoonlijk voor zorgt dat alle kostbare energie en middelen ingezet worden daar waar ze voor dienen: een beter leven en mooiere wereld voor iedereen.